Deze blogpost is op mijn verzoek door AI gegenereerd.

Aard

Ik: Oké, nieuw plan. Ik ga mijn lessen ombouwen tot een kleine proefwerkplaats.
Gedachte: Rustig ademhalen, professor. Wat is de aard van dit experiment?
Ik: Ik wil beginnen met kleine, schaamteloos eenvoudige proefjes. Eén beeld, één vraag.
Gedachte: Dus geen toverdozen, wél iets wat iedereen durft aan te raken.
Ik: Precies. En de pagina krijgt een korte strip erboven zodat de les al “praat” vóórdat ik begin.

Nut

Gedachte: Waarom zouden studenten en collega’s dit willen?
Ik: Omdat eenvoud sneller leert. Ik laat eerst kijken, dan benoemen in vaktaal, pas daarna rekenen.
Gedachte: En als iemand een kromme metafoor gebruikt?
Ik: Dan glimlachen we, herschrijven we ’m samen en plakken we er “correcte vaktaal” boven.
Gedachte: Jij wil stiekem gewoon dat iemand “Aha!” roept.
Ik: Klopt. En ik ga dat moment uitlokken.

Noodzaak

Gedachte: Waar zit de noodzaak?
Ik: Aan boord is er geen tijd voor mist. In de les dus ook niet: één meting die iets échts laat zien, één conclusie die blijft hangen.
Gedachte: En de rest van de ruis?
Ik: Weg. Korte zinnen, duidelijke tekens, geen tien stappen als het in drie kan.
Gedachte: Klinkt streng.
Ik: Streng op helderheid, mild in toon. Humor mag blijven.

Verbazing

Gedachte: Hoe ga je verbazing zaaien zonder circus?
Ik: Met herkenning. Een fietspomp voor druk. Een deurklink als hefboom. Een glas water dat het licht “fout” laat gaan en dus goed uitlegt wat breking is.
Gedachte: Kinderlijk simpel.
Ik: Dat is het punt. Als het kinderlijk voelt, durft iedereen mee te doen.

Zondagochtend-besluit

Gedachte: Wat doe je morgen als eerste?
Ik: Ik kom binnen met één sterk plaatje en vraag: “Wat zie je? Zeg het in vaktaal.” Daarna een mini-meting van één minuut. Tot slot laat ik iemand hardop de foute redenering verbeteren.
Gedachte: En als het misloopt?
Ik: Dan lachen we, noteren we wat niet werkte, en proberen we het volgende uur opnieuw.
Gedachte: Dus jouw succesmeter is…
Ik: Eén oprechte “Aha!”, één stille “Oh…”, en een collega die vraagt of hij de werkvorm mag lenen.

Epiloog

Gedachte: Laatste check: titel klaar?
Ik: Aard, nut, noodzaak & verbazing — zondagochtend-experiment.
Gedachte: Mooi. Zet koffie bij.
Ik: En een Eureka-post-it in mijn jaszak. Voor straks.