opdracht: Denk alvast na over de essentie voor jou van het leraarschap door een antwoord te geven op de vraag 'Ben je meer een pedagoog/onderwijskundige of meer vakspecialist"?

1. Pedagoog: 30% 
2. Didacticus: 25% 
3. Coach: 15% 
4. Vakexpert: 12% 
5. Ontwerper/ontwikkelaar: 10% 
6. Teamspeler: 8% 

 

Kennismaken met de begeleiders en studenten (flex).

Jezelf voorstellen (groepjes vormen)

Dialoog voeren (LUK) 5 regels voor een goede dialoog (hand)

Break-out room (JAnet/Eelkje Jelco)

LUK PP: 

• eigen visie (eiegen vak, wat is waarde, visie op onderwijs)
• Bieste
• BEroepsgroep (ben ik een leraar?)
• Dilemma's
• Proefssionele Identiteit)

Thema's. Groepjes van 10 pax + begeleider. Peer assesment. Biesta.

Voorbereiding en invulling onbegeleide bijeenkomst 17 september:

• Kies ter voorbereiding op de bijeenkomst een foto/afbeelding of een quote (zie als voorbeeld van een quote de bijlage) waarmee je laat zien wat je waarden zijn als persoon/onderwijsprofessional en/of wie jij als professional bent/wilt zijn en waar jij voor staat. Stel jezelf hiermee voor aan elkaar.
• Verdeel met elkaar de hele groep in 2 groepjes van maximaal 10 studenten per groep. Na de bijeenkomst hoor ik graag van iemand hoe de verdeling is geworden, zodat ik voor elke groep een eigen kanaal in teams kan aanmaken.
• Bekijk ter voorbereiding alvast de achtergrondinformatie op BB in de BB ultracourse onderwijsprofessional; professioneel profiel; map oriëntatiefase en map verdiepingsfase. Klik alles maar open, er staat veel materiaal wat jullie kunnen gebruiken voor je product.

Je verbindt een eigen visie op je vakgebied en onderwijs binnen je afstudeerrichting met actuele literatuur en voorbeelden uit je eigen onderwijspraktijk. Je betrekt daarbij expliciet de functies van onderwijs (kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming), digitalisering binnen onderwijs en maatschappij, en ook het bredere perspectief van de internationale context, de kenmerken van de beroepsgroep en de school als organisatie. Je onderbouwt je visie met actuele vakdidactische, pedagogische en vakoverstijgende inzichten en dilemma’s uit literatuur en je eigen praktijk. Je expliciteert en ontwikkelt je eigen professionele identiteit door in professionele dialoog met anderen tot oordelen te komen wat in een specifieke situatie sociaal-maatschappelijk en ethisch wenselijk is. Je geeft zelfstandig vorm aan je professionele ontwikkeling en schetst de volgende fase van je eigen onderwijsloopbaan. 

Vandaag bezig geweest met een dilemma van een leraar bespreken.

de punten die ik hieruit gehaald heb wat mijn PP kan versterken zijn deze:

• dialoogkaarten gebruiken
• dillema's bespreken
• leerplein
• wat moet je doen?
  • Uit de klas zetten? Veiligheid voor de klas borgen.
  • Doorgaan met de leerling in de klas.

we zijn niet bezig geweest met een open dialoog vanuit de visie op onderwijs vanuit een uitspraak.

begeleider een mail gestuurd om het volgende college weer kaders en sturing te geven aan onze groep op een professioneel dialoog te voeren op onze visie. Tips en Tops. Databank van vragen opstellen bij het vastlopen van een dialoog.

Een begeleide bijeenkomst. Velen hadden 'mist' over het volgen en uitwerken van de bijeenkomsten. Kern blijft dat we in onze eigen groepje je eigen visie moet bespreken en in een open dialoog moet gaan bespreken. Zelf heb ik een lesplan opgesteld voor onze eigen groepje:

 

Werkblad Bijeenkomst Professioneel Profiel (PP)

Duur: 90 minuten – Groep: 4 personen

0 – 10 min | Check-in

• Rondje: Hoe zit je erbij vandaag?

• Vraag: Met welk weertype zou jij je proces rond PP vergelijken?

10 – 20 min | Terugblik & planning

• Wat heb je sinds de vorige keer gedaan?

• Wat wil je vandaag bereiken?

• Planning vastleggen: wie neemt welke tijd (ongeveer 10–12 min per persoon voor dialoog).

20 – 65 min | Professionele dialogen (4 rondes)

• Voor elke student (10–12 min):

• 1. Inbreng (2 min) – Casus/dilemma + koppeling aan PP/visie.

• 2. Vragen stellen (3 min) – Open, onderzoekende vragen (geen oplossingen).

• 3. Dialoog (5–6 min) – Samen verkennen: theorie ↔ praktijk, hoofd ↔ hart.

• 4. Afronding inbrenger (1 min) – Wat neem je mee?

65 – 80 min | Feedback producten

• Elke student deelt in max. 3 minuten een stukje van zijn/haar PP-product (tekst, schema, idee).

• Feedbackstructuur:

• - Sterk punt: ...............................................................

• - Aandachtspunt: .....................................................

• - Suggestie (feedforward): ........................................

80 – 90 min | Afsluiting

• Wat heb je geleerd over je eigen PP? ..........................................................

• Wat neem je mee naar de volgende keer? ................................................

• Concrete afspraken (wie doet wat voor de volgende bijeenkomst): ...........

Eindelijk een vruchtbare bijeenkomst gehad. Samen hebben we kaders gesteld en een plan voor deze bijeenkomst opgesteld om zichtbare resulaten op te halen. Alle 4 hebben we de kans gekregen om elkaars ingezonden stuk te lezen en hierover te praten. Voor ons groepje werkt de onbegeleide bijeenkomst er goed. Ieders visie werd duidelijk tijdens de gesprekken waarbij iedereen zijn/haar portfolio verder kan uitbouwen. Top!

Wat een mooie bijeenkomst!

Tijdens de bijeenkomst over professioneel leiderschap heb ik vooral geleerd dat professioneel leiderschap eigenlijk pas echt aan bod komt ná het professioneel profiel. Eerst moet je weten wie je bent als professional, daarna komt pas de stap om daarin leiding te nemen of richting te geven. Wat ik interessant vond, is dat leiderschap niet losstaat van visie. Een visie kan schuren — met die van het management of met collega’s — en dat hoeft niet verkeerd te zijn. Ik begin te begrijpen dat juist in dat schuren groei kan zitten.

De bijeenkomst zelf was goed gestructureerd. Aan het begin was er een poll: “Neem jij leiderschap?” en aan het eind weer één: “Durf jij leiderschap te nemen?”. Dat verschil raakte me, want in de tussenliggende tijd kregen we inzicht in hoe we zelf kijken naar de organisatie, met onze eigen visie als uitgangspunt. Ik merkte dat ik de frictie tussen mijn ideeën en die van de organisatie niet langer zie als een probleem. Je kunt ergens niet mee eens zijn zonder je identiteit te verliezen.

Leiderschap tonen is ook niet iets wat altijd hoeft. Soms is het juist sterk om even onderdanig te zijn of mee te bewegen met wat er speelt. Het is niet zwart-wit. Deze bijeenkomst heeft me vooral doen beseffen dat ik al jaren dicht bij mezelf blijf als leraar, maar dat ik soms ook bewust over mijn eigen grenzen ga om iets te bereiken. Daar zit die spanning, die frictie. En nu ik me daarvan bewust ben, kan ik beter omgaan met de golven van de organisatie. Om het in nautische termen te zeggen: ik hoef niet altijd tegen de stroom in te zwemmen, soms is het genoeg om te weten hoe je blijft drijven.