Scrapbook DO


Ik ben gestart met de afstudeerfase van mijn lerarenopleiding natuurkunde. In deze fase staat het **Scrapbook DO & HB** centraal: een verzameling van mijn ervaringen en reflecties. Het gaat niet om een abstract project, maar om een praktische weergave van mijn ontwikkeling als docent. Door systematisch mijn ervaringen vast te leggen, wil ik niet alleen mijn eigen lespraktijk verbeteren, maar ook laten zien dat ik als docent bewust en onderbouwd kan handelen.

Ik laat verschillende leeruitkomsten zien op twee manieren:

  1. Scrapbook - notities van de colleges
  2. DO & HB - didactische ervaringen

Scrapbook - notities van de colleges DO


4-sept-25 Fase 1 – leg de basis voor de Lesson Study

- samenwerken in groepjes

- kennis overdragen!?

  1. lesstof bepalen
  2. les ontwerpen
  3. lesgeven
  4. evalueren
    1. => lessen study

PowerPoints

Top 3 opstellen. Didactische problemen benoemen:

 

  1. Vaktaal (misconcepten terugdringen)Welke drie kerntermen moeten studenten na de les correct gebruiken, en hoe wordt zichtbaar dat metaforen geen misconcept veroorzaken (bijv. bij leidingsdruk)?

  2. Visueel-first (strip/concept-cartoon) vs. tekst-instapWanneer levert een visuele instap aantoonbaar méér begrip of betrokkenheid op dan een tekstuele, en hoe wordt dit binnen 5 minuten gemeten?

  3. Startkader borgen (Aard-Nut-Noodzaak + routine)Wat zijn vandaag Aard, Nut en Noodzaak in één zin, en hoe is binnen 3 minuten helder welk resultaat verwacht wordt?

  4. Formatieve alignment (lesvorm ↔ oefening ↔ check)Sluiten instructie, opdracht en check per leerdoel één-op-één op elkaar aan, en welk bewijs toont dat (kort meetmoment/rubric)?

  5. Brug tussen berekenen en begrijpenWat betekent de berekende uitkomst in de praktijk aan boord, verwoord in één vaktaalzin, en kan dezelfde redenering toegepast worden op een nieuwe situatie?

 

11-sept-25 Fase 1 – leg de basis voor de Lesson Study

Vandaag zijn we bezig geweest met het opschrijven op post-its van onze 'problemen' in het lesgeven op didactisch gebied. Deze op een tafel gezet en de overeenkomende onderwerpen bij elkaar gezet. Vervolgens induvidueel bekeken waar je jezelf onderzoek in ziet doen. Samen met de mensen die hetzelfde onderwerp gekozen hebben in gesprek gegaan om te onderzoeken of je je hier thuis in voelt.

Volgende week moeten we een probleem uitkiezen, de definitieve groepjes vormen. 3 bronnen zoeken die bij het onderwerp passen en een laptop meenemen.

Ik werk in een praktijk omgeving op een beroepsschool. Het onderwerp waar ik mij het beste bij kan aansluiten in een practicum probleem. 

Ben nog op zoek naar een geschikte vraagstelling voor dit probleem. We moeten samenwerken en ik probeer wat voor te werken . Zelf denk ik aan: 

 

Hoofdonderzoeksvraag (gezamenlijk)

“Hoe draagt het inzetten van (demo)practica met stroom, spanning en weerstanden als didactische werkvorm bij aan het vergroten van begripsvorming en het terugdringen van misconcepten binnen verschillende onderwijscontexten (VSO, onderbouw/havo en MBO)?”


Deelvragen per docent

1. Jij (Robbie – natuurkunde/elektrotechniek, KMTO, NLQF2)

  • Welke rol speelt een demo-practicum met serie- en parallelschakelingen bij het verbinden van abstracte begrippen (stroom, spanning, weerstand) met de praktijk aan boord van een marineschip voor NLQF2-studenten?

  • In welke mate helpt een demo-practicum leerlingen misconcepten (bv. “stroom wordt verbruikt” of “de spanning verdeelt zich altijd gelijk”) te herkennen en te corrigeren?

2. Collega NASK1 (bijzondere school / VSO)

  • Hoe ervaren VSO-leerlingen een demo-practicum met eenvoudige stroomkringen als hulpmiddel om de begrippen spanning, stroom en weerstand concreter te maken?

  • Wat is het effect van zo’n demo-practicum op motivatie en betrokkenheid, vergeleken met een theorieles zonder practicum?

3. Collega Scheikunde (havo 5)

  • Hoe kan een demo-practicum met een chemische reactie die spanning of energie oplevert (bijvoorbeeld een elektrochemisch experiment met een Daniell-element of een eenvoudige batterij) worden ingezet in havo 5 om leerlingen de relatie tussen reactie-energie, spanning en elektronenoverdracht beter te laten begrijpen?

  • In welke mate stimuleert een demo-practicum in dit domein hogere-orde denkvaardigheden (analyseren, verklaren, voorspellen) bij havo-leerlingen, bijvoorbeeld bij het verklaren van de werking van een galvanisch element of het voorspellen van redoxreacties?

4. Collega Natuurkunde (onderbouw VO)

  • Hoe helpt een demo-practicum met eenvoudige schakelingen (lampjes, batterijen, weerstanden) leerlingen in de onderbouw misconcepten over stroom en spanning te doorbreken (bv. “stroom wordt verdeeld”)?

  • Welke verschillen zijn zichtbaar in begripsvorming tussen een theorieles zonder demo en een les mét demo-practicum over spanning, stroom en weerstanden?


Waarom deze formulering werkt voor DO

  • Scherp afgebakend: alle vragen gaan over weerstanden/spanning/stroom, niet over “praktica in het algemeen”.

  • Meetbaar: kennis en misconcepten zijn goed te toetsen met korte testjes en observaties.

  • Vergelijkbaar: ieder onderzoekt hetzelfde concept, maar in zijn eigen context (VSO, VO, MBO).

  • Relevant: sluit aan bij kernbegrippen van natuurkunde/elektrotechniek en bij jullie eigen praktijk.

18-sept-25 Fase 2 – kies en bestudeer het vraagstuk

Vandaag was een keerpunt. Het is de bedoeling dat er groepjes van 3 à 4 personen samengesteld worden met ongeveer dezelfde onderzoeksvraag.

Ik zat al in het groepje wat practica verder wil onderzoeken. Maar vandaag bleek dat we met 5 pax in de groep zouden zitten en er een andere groep van 2 zou zijn. De groep van 5 zijn de natuurkundigen en scheikundigen en de andere groep 2 biologen.

Tijdens de eerste bijeenkomst had ik al aangegeven dat ik graag met andere mensen samenwerk vanuit een ander cluster om juist alternmatieve denkbeelden, werkwijzen en gesprekken te ervaren binnen DO.

Ik vroeg dus of ik met de 2 biologen mocht samen werken. En wat een verademing! Ik vind de groep waar ik nu inzit zo ontzetten mooi. Zoveel andere gesprekken over onderwijs een leerlingen. Ik denk dat ik heel veel van deze twee biologen ga leren!

Samen hebben we de gesprekskaart 2 behandeld en taken verdeeld. Ook hebben we boeken verdeeld om te lezen. Volgende week starten we een paar uur eerder om de gesprekken en evraringen uit te werken. 

Het is er rustig in mijn hoofd en dat is goed. Ik ben ervan overtuigd dat we een heel mooi semester mee gaan maken.

25-sept-25 Fase 2 – kies en bestudeer het vraagstuk

vandaag hebben we onze artikelen, boeken in onze groep, bespoken en daar dialogen over gevoerd. onze groep gaat diep en filosofisch hiermee om. Dit leidt wel tot verkenning van de diepte maar niet altijd terug naar de kern. leermoment voor onze groep.

Aantal aandachtspunten:

  • systeem perspectief vs induvidueel perspectief.
  • domesticatie vs emancipatie
  • autonoom leren
  • intrisieke motivatie
  • waarde toepekken aan de lesstof door de leraar
  • kan ik als leraar doen wat nodig is?
    • kan ik dit uitvoeren?
    • kan ik weertstand bieden?
    • zone van invloed
    • zone van naaste invloed
    • wat kan ik leveren

volgende keer gaan we SSI toepassen op onze hoofdvraag/dilemma. Hiermee kunnen we onze hoofdvraag scherpen stellen.

02-okt-25 Fase 2 – kies en bestudeer het vraagstuk

Veel werk verzet al voordat we de bijeenkomst gestart waren!

Tijdens de bijeenkomst hebben webesporken datb we ons DO willen benaderen vanuit SSI:

SSI:

  • actueel
  • schoolvak relevant
  • wetenschappelijk
  • men is het er niet mee eens
  • complex

Besproken onderwerpen:

  • moerasthema - Fred Janssen
  • domesticatie enb emancipatie
  • deelnemen aan de maatschappij
  • subject (leraar) - tools - object (leerling)

vanuit AI:

De driehoek subject – tools – object komt uit de activiteitentheorie (Vygotsky/Engeström). Het is een denkkader om onderwijs en leren te begrijpen als een sociaal en cultureel proces.

In die driehoek betekent:

  • Subject: de handelende persoon of groep. In jouw context zijn dat de leerlingen of docenten (afhankelijk van de invalshoek). Zij hebben een bepaald perspectief, voorkennis en motivatie.

  • Tools (mediating artifacts): de middelen die het subject gebruikt om te leren of te handelen. Dat kan van alles zijn: taal, schema’s, natuurkundige formules, digitale apps, een experiment, of zelfs een didactisch model. Tools bemiddelen tussen subject en object.

  • Object: het doel of de focus van de activiteit. In onderwijs gaat dit meestal om het leerdoel of het vakinhoudelijke probleem dat centraal staat. Het object is niet iets passiefs, maar wordt gaandeweg gevormd en veranderd door de interactie tussen subject en tools.

De kracht van dit model is dat je inzicht krijgt in hoe leren altijd gemedieerd wordt: leerlingen werken niet rechtstreeks met de leerstof, maar altijd via hulpmiddelen en didactische keuzes. De betekenis die zij ervaren (“waarom moet ik dit leren?”) hangt dus af van de verbinding tussen de drie punten van de driehoek.

Als je dit koppelt aan je Lesson Study-traject (zoals beschreven in de handleiding en planning):

  • Subject: jouw leerlingen (bijv. mbo-studenten techniek) met hun specifieke vragen en context.

  • Tools: de didactische interventies en materialen die jij ontwerpt (bv. nieuwsartikelen, rekenmodellen, experimenten met de Wet van Ohm, gesprekskaarten).

  • Object: het leerdoel dat je wilt bereiken, bijvoorbeeld dat leerlingen ervaren dat natuurkunde betekenisvol is in hun toekomstige beroep.

Door dit schema erbij te pakken, kun je ook beter verklaren waar het knelt: stel dat leerlingen het nut niet zien (object te abstract), dan kan dat liggen aan de gekozen tools (te ver van hun leefwereld) of aan de mismatch tussen subject (hun voorkennis/motivatie) en het object.

 

09-okt-2025 Fase 2 – kies en bestudeer het vraagstuk

Waar hebben we het over gehad??

  • Droomgedrag
  • post-it methode
  • PvA --> beschrijven hoe je gaat observeren bij een voorbeeld leerling
  • Professioneel onderzoek
  • Planning: eigen studiemateriaal (natuurkunde onderwerp)
    • 1e onderzoeksles
  • zelfstudie van natuurkundeles
    • SSI
    • techniek
    • perspectiefggericht
    • gevarieerde leerlinge
  • Thema opstellen 
  • SSI + belevingsgericht
  • zelfvertrouwen

Voor volgende bijeenkomst GEsprekskaart 8: verwachtings patroon