We gaan richting de kerst. Wat betekent dat? Voor mij in elk geval dat de pauzeknop even wordt ingedrukt. Dit semester ervaar ik als het zwaarste deel van de opleiding. Niet meer ‘gewoon’ natuurkunde of scheikunde, maar alles komt in deze afstudeerfase samen. Nu moet ik laten zien dat ik een startbekwame leraar ben. En hoewel ik al jaren lesgeef, merk ik nu dat het niet vanzelf gaat. Ik moet de lijnen tussen de punten verbinden. Alle kennis die ik tijdens de opleiding heb opgedaan, moet ik nu laten zien en onderzoeken.
Mijn coach zei al in week één: vertraag. Dat blijkt waar te zijn. “Dit kan ik wel”, “oh, dat doe ik even”: niet dus. Door echt te vertragen sta ik stil bij de keuzes die ik maak – én bij de keuzes die ik niet maak.
Ben ik moe? Ja, een beetje studie moet. Ik doe PP, DO en HB in één semester, en dat is veel. Met een beetje geluk ben ik in februari klaar, maar daarvoor moet ik nog wel een aantal stappen zetten. Ook het samenwerken is intensiever dan ik gewend ben. De afgelopen twee jaar ben ik vrij solistisch door de vakken gegaan, soms zelfs volledig zelfstandig omdat ik bepaalde modules parallel afrondde. Nu mis ik de mensen om me heen. Het idee dat ik na februari niet meer naar Leeuwarden zal gaan, vind ik lastiger dan verwacht.
Lastig is sowieso het woord dat dit alles het best omschrijft. Misschien juist omdat het einde in zicht komt. Deze studie heeft me enorm veel gebracht, ook buiten mijn werk. Maar ze heeft ook voor frictie gezorgd op mijn werk. PP heeft me bijvoorbeeld doen inzien dat ik inmiddels ‘op audiëntie bij Morpheus’ ben: hij vraagt mij of ik de blauwe of de rode pil wil. Die keuze maakt het moeilijk om naar mijn toekomst te kijken. Wat ik wél weet, is dat ik een echte leraar ben. Dit is wie ik ben en wie ik wil blijven. Wat ik níet weet, is welke pil daarbij hoort.