Korte introductie voordat ik in STARR structuur deze post schrijf.
Ik ben heel erg aan het voorbereiden, wellicht te ver en te diep. Dit ligt in mijn karakter dat ik soms helemaal uit de bocht vlieg en de praktijk uit het oog verlies.
Dit stukje is de eerste van vele die gaan volgen om mij meer structuur in mijn hoofd en uitvoering te geven. Zie het als een lesvoorbereiding formulier.
Ik experimenteer met verwachte uitkomsten om mijn professionele indentiteit vorm te geven. Ben heel erg benieuwd of dit een werkbare vorm is voor mij.
Situatie — Vandaag hoorde ik dat ik komende week het vak Elektrotechniek (ELT3) volledig alleen ga doceren. Het is de laatste module voor deze groep, met zwaartepunten als transformatoren en driefasetechniek. De collega met wie ik dit samen zou doen is onverwachts verhinderd; de verantwoordelijkheid ligt nu bij mij. Eerlijk is eerlijk: elektrotechniek was ooit mijn lastigste vak en ik heb er de afgelopen dertig jaar weinig mee gedaan. De tijd is kort, de stof is veel. ChatGPT helpt met snelle uitleg, maar is niet genoeg om mijn rol als docent echt te dragen.
Taak — In korte tijd lessen maken die de abstracte kern begrijpelijk maken én de motivatie hoog houden. Theorie koppelen aan tastbare voorbeelden, oefenen in een context die aansluit bij MBO-studenten, en visueel werken waar kan. De reader/TechniekStad wordt mijn ruggengraat: ik herlees, destilleer kernbegrippen en stappen, en vertaal die naar concrete leerdoelen en een logische leslijn. Doel: een stevige basis, helder verhaal, precies genoeg diepgang om te begrijpen en toe te passen.
Actie — Reader-gedreven voorbereiden en per les dezelfde didactische kapstok gebruiken: 1) voorkennis activeren (korte check), 2) kernuitleg met eenvoudige schema’s/zwart-wit lijntekeningen, 3) korte demonstratie of simulatie om het abstracte concreet te maken, 4) geleide oefening met één à twee praktijkopgaven, 5) formatieve check (miniquiz of exit-ticket). Focus op de essentie: bij trafo’s functie, wikkelverhouding en verliezen; bij driefase basisidee, fase-/lijnspanning en ster/driehoek op instapniveau. AI gebruik ik alleen als turbo voor herformuleren en voorbeeldopgaven; de inhoud volgt de reader. Concreet lever ik per onderwerp een beknopt lesplan + werkblad + miniquiz—genoeg om morgen voor de klas te staan zonder studenten te verliezen.
Resultaat — Eerlijk gezegd weet ik pas halverwege de eerste les écht waar we staan. Wat er uit ELT1/ELT2 is blijven hangen en wat er vlak vóór de zomer is gedaan… ik gok, maar ik wéét het niet. Daarom begin ik met een korte diagnostische check (±15 min): een paar scherpe voorkennisvragen en één simpele opgave. Dan kies ik in het moment: Route A (theorie-boost): "durf ik een praktijkopdracht te schrappen om wikkelverhouding/verliezen en ster/driehoek weer recht te trekken?" of Route B (praktijk-gedreven), waarbij ik de praktijk laat doorlopen en de theorie tijdens het doen terugkoppel. Misschien laat ik groepjes zelf kiezen (zekerheid vs. verdieping), maar ik twijfel of dat de klas niet onrustig maakt. Succes meet ik klein maar concreet: kunnen ze de redenering rond wikkelverhouding of ster/driehoek hardop kloppend maken, gebruiken ze de juiste eenheden/benamingen, en halen ze de twee exit-questions die in de taal van de toets staan? Als dat lukt, zit ik, denk ik, op de goede weg.
Reflectie — Ik ken de toets en de eisen, maar ik ken (nog) niet het startniveau van deze groep; dat schuurt. Mijn ervaring zegt dat mijn grootste leerpunt bijna altijd de schuifregel is tussen wendbaar en strak. Ga ik te onbevangen, dan moet mijn flexibiliteit omhoog om gaten te dichten zonder de lijn te verliezen. Zet ik het te strak neer, dan moet mijn flexibiliteit juist omlaag om de ruggengraat en de toetsgerichtheid te bewaken. Wat is hier verstandig? Ik plan na elke les een korte after-action reflectie (wat werkte, wat niet, wat morgen anders) en noteer foutenpatronen uit de mini-checks. Met die lijst stuur ik bij—hopelijk net genoeg—zodat de balans tussen structuur en wendbaarheid per les beter wordt en we, ondanks mijn lichte aarzeling, doelgericht naar de toets toewerken.